Selecteer een pagina

Beeldenroute Amstelglorie

Vaste beeldencollectie

Her en der in het park kun je tussen het openbare groen een kunstwerk ontwaren. Deze serie  beelden vormt een vaste collectie van Amstelglorie. Lees over de herkomst en ideeën van beelden en beeldenroute.

Waar komen deze kunstwerken vandaan, wie heeft ze uitgezocht en wat is eigenlijk het idee erachter?
Sinds 2019 bestaat de werkgroep ‘Beeldencollectie Amstelglorie’. Deze werkgroep selecteert een aantal beelden en legt daarmee een vaste beeldencollectie en beeldenroute op het park aan. Ook zoekt de werkgroep, in samenspraak met tuinders, een geschikte plek voor de beelden. Amstelglorianen en bezoekers kunnen dan niet alleen genieten van de natuur, maar ook van kunst in het groen.

De werkgroep bestaat uit: Wim Hemker, Liesbeth van Hellemondt, Hester de Beus en Els Borgesius. Het principe is dat de beelden ter schenking door -bij voorkeur professionele- kunstenaars aan Amstelglorie worden aangeboden. De werkgroep koopt dus geen beelden en geeft ook geen opdracht tot het maken ervan.
Een beeldencollectie & -route past in de conceptvisie van Amstelglorie om naast voldoende rust en ruimte ook meer openheid naar buiten te bieden.

Collectie nu en straks
Hieronder een overzicht van de huidige beelden. Op de plattegrond zie je waar de beelden te vinden zijn.



Nr. 1 en 2 – Ida Kleiterp (1948)

 

Bloem (kalksteen) – Bij het clubhuis in een bloemperk is dit rijzende beeld te zien:  de groeikrachten van de bloem zichtbaar gemaakt in steen.
Familie (kalksteen) – Vaak zijn er kinderen rondom het beeld aan het spelen die de familie schaap gebruiken in hun spel.

Beeldhouwen is volgens Ida ‘voelend kijken’. Het vraagt discipline en concentratie die je door het ritme en het geluid  in een zekere trance brengen, waardoor je dichter bij het gevoel van je dromen kunt komen. In het algemeen gaan haar beelden een verbinding aan met mens en natuur in zijn omgeving. In de periode dat Ida Kleiterp zelf een tuinhuis op Amstelglorie had, schonk zij 2 beelden aan het tuincomplex. 
Meer over haar werk is te lezen op de site van Ida >> 

Nr. 3 en 4 – Petra Boshart (1960)

Beeld Petra Boshart - Nieuw Leven  Beeld Petra Boshart, Full House
Full House (diabas) en Nieuw Leven (diabas)  

Op Amstelglorie staan twee beelden van Petra Boshart in bruikleen, getiteld: Full House en Nieuw Leven. Meestal ontstaan haar beelden naar aanleiding van processen in de natuur en worden symbool voor wat zich in de mens afspeelt. Zowel Petra’s vader, grootvader als overgrootvader waren steenhouwers. Haar beelden staan in de openbare ruimte en bij particulieren in binnen en buitenland. 
De idee, eerst vertaald naar een piepklein schetsje wordt later groter uitgewerkt, zoals het beeld Mental map, dat een omvang heeft van zo’n 2 kubieke meter en dat geplaatst werd langs de Flintenroute bij Exloo (Drenthe).
In onze hectische tijd, waarin de wereld aan ons voorbij raast, krijgt haar werk actualiteitswaarde. Concentratie, toewijding en liefde zijn de ingrediënten die haar beelden een tijdloze uitstraling geven en bepalend zijn voor haar vakmanschap. 
www.beeldeninsteen.nl

Nr. 5 – Mies Wubs (1946) 

Op de hoek van de Lijsterbeslaan en de Populierenlaan staat het beeld Duende (diabas).
Tijdens een festival van de Flamenco in het plaatsje Cadiz (Andalucia) werd Mies gegrepen door het optreden van de Flamenco dansers. De Andalusische klanken, gebaren en woorden riepen bijzondere emoties bij haar op. Flamenco wil tegenstellingen met elkaar verbinden, zoals blijdschap en droefenis. Combinaties die leiden tot droef geluk of blijde droefenis, een ogenblik van bevrijding. In Andalucia noemt men dit extreme moment de ‘Duende’, de donkere ziel van de Flamenco.
Deze ervaring heeft zij vorm gegeven in dit beeld.

Vanaf 1980 werkt Mies in steen. Een innerlijke drang om dingen te ontdekken en scheppend bezig te zijn heeft geleid tot het beeldhouwen. Zij werkt op de klassieke manier, klopper en beitel zijn haar gereedschap. Het onderzoek naar de driedimensionale vorm ervaart zij nog altijd als een grote uitdaging. De concentratie en de rust die zij tijdens het werk ervaart zijn belangrijk, een rustpunt in deze ‘snelle’ wereld. Het gesproken woord heeft grenzen, om die grens te doorbreken of te verleggen. gebruikt zij beeldentaal. Het ontstaan van een beeld is het resultaat van kijken, voelen en hakken. Haar inspiratiebron vind ze in de mens, zijn beweging, woorden en emotie.
Door dit beeld te schenken aan Amstelglorie komen kunst en natuur bij elkaar op een plek waar mensen wonen en leven. Meer werk van Mies Wubs is te zien op: www.mieswubs.com

Nr. 6 en 7 – Gerard Höweler (1940 – 2021)

 

En Route (Vietnamees graniet), staat aan het einde van de Berkenlaan.
Zonder titel (Kroatisch kalksteen), staat op de Essenlaan en heeft binnen Amstelglorie al verschillende namen gekregen zoals:  Het omgekeerde Hart en Perzikbillen.

Gebruikmakend van nieuwe bewerkingstechnieken, gecombineerd met oud vakmanschap, probeert Gerard de tegenstellingen, natuur en cultuur, toeval en berekening, in een zo duidelijk mogelijk contrast vorm te geven. Ruimtelijk evenwicht is een ander aspect dat hem fascineert evenals efficiënt materiaalgebruik. Blokken met inkepingen kunnen gestapeld worden tot ruimtelijke constructies met verschillende structuren zoals gehakt, gezaagd, gepolijst. Gerard heeft deze 2 beelden aan Amstelglorie geschonken. Lees meer over het werk van Gerard >>

Nr. 8 – Joost Zwagerman (1970)

Het manshoge beeld van Joost Zwagerman bestaat uit een stapeling van vier kubussen die elkaar in wankel evenwicht houden. De compositie heeft dan ook de toepasselijke titel: Catch me when I fall. Joost zegt over het werk: ‘Hoe kwetsbaar kan een mens zijn, laat je alle houvast los en val je tot in het oneindige, waar is het eind, hoe sta je op, lukt het om je te herpakken, word ik opgevangen?’ Het werk is geïnspireerd op een schets van dochter Liz, waarbij ze als uitleg gaf: ‘Hoe ik ook val, er zijn altijd armen die me vangen!’

Nr. 9 – Aart Lamberts (1947 – 2015) 

Beeld De Ontmoeting van Aart Lamberts

‘Ontmoeting, Communicatie en Dialoog’ zijn hoofdthema’s in het werk van Aart Lamberts.
Werkte hij aanvankelijk in een figuratieve stijl, al spoedig na zijn studietijd sloeg hij een andere richting in.
Hij streefde ernaar zoveel mogelijk details in zijn werk weg te laten, daarbij de tussenruimten tussen de figuren uiterst zorgvuldig uit te balanceren,
om daarmee zijn ‘gestalten’ zo krachtig mogelijk te laten spreken. Het beeld Ontmoeting (cortenstaal), zoals het hier te zien is, nu eens niet in brons, maar in Cortenstaal, zou je als de uiterste consequentie van die vereenvoudiging kunnen zien, en kan daardoor als een sluitstuk van zijn oeuvre worden beschouwd.

Lamberts woonde en werkte zijn leven lang in Amsterdam Oost. Van 1967 tot 1973 studeert hij onder Paul Grégoire en Piet Esser beeldhouwkunst aan de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam.
Hij ontvangt tot drie maal toe de Uriotprijs voor jonge kunstenaars in 1969, 1971 en 1972. In 1973 is hij genomineerd voor de Prix de Rome.
In de openbare ruimte te Amsterdam zijn veel van zijn werken te vinden, o.a. ‘Communicatie’ in het Oosterpark en de Akerpolder – Verzetsbeeld ‘Eendracht’ in Geuzenveld en ‘Verwachtingsvol’ aan het Koningin Wilhelminaplein.
Zijn werk bevindt zich in collecties in binnen en buitenland, in het Stedelijk Museum Amsterdam, het Singer Museum Laren en het Hessisches Landesmuseum Darmstadt, Duitsland. Zie ook: www.aartlamberts.net

Nr. 10 – Sadashi Inuzuka (1951)

Dit keramiekwerk zonder titel van de kunstenaar Sadashi Inuzuka is geschonken aan Amstelglorie. Hij liet het werk na een tentoonstelling bij vrienden achter. In 1992 had hij een expositie European Ceramic Work Center’ te ’s-Hertogenbosch, waar hij dit werk speciaal voor maakte. Op de site van het EKWC een fotoreportage te vinden over het maakproces van het beeld

Sadashi Inuzuka is geboren in Kyoto, Japan en heeft zijn carrière gevestigd als installatiekunstenaar die het innovatieve en poëtische potentieel van klei onderzoekt. Hij exposeerde, gaf lezingen en werkte als artist-in-residence op nationaal en internationaal niveau. Hij staat bekend om het creëren van grote projecten die het raakvlak tussen de menselijke samenleving en de natuurlijke wereld, traditionele en niet-traditionele kunstvormen en kunst en wetenschap laten zien. ‘Mijn verwondering over technologie en mijn bezorgdheid voor de wereld om ons heen hebben me ertoe aangespoord werk te creëren dat vraagtekens zet bij onze rol en verantwoordelijkheid in het voortbestaan ​​van deze planeet’.

Nr. 11 en 12 – Fredu Samethini (1950)

 

Tijdens de kunstroute op  Amstelglorie in 2019 werd er een namenwedstrijd gehouden voor deze door Fredu Samethini gemaakte beelden, uit de dode kastanjebomen aan de Kastanjelaan. De winnende titels werden Rob (links) en Januskoppel (rechts).

In zijn werk experimenteert Fredu, tuinder van Amstelglorie en kunstenaar, met verschillende materialen en technieken op zijn tuin. Naast het maken van sculpturen uit bijvoorbeeld bamboe of hout, hanteert hij ook de schilderskwast regelmatig. En niet alleen om de beelden een kleurtje te geven. Via facebook is zijn werk te zien en te volgen.

Nr. 13 – Janneke Boon (1951 – 2018)

Vele beelden heeft Janneke Boon in Belgisch hardsteen gemaakt waarvan deze Rups er een van is.
Voor Janneke was het beeldhouwen een feest dat ze graag op anderen overbracht:  ‘Je handen weten eerder en beter wat je wilt maken dan je hoofd, vertrouw hierop’.

Nr. 14 – Wim Hemker (1936)

Al jaren is de Slang (puin, cement, tegels) een vertrouwd beeld voor menig tuinder en bezoeker van Amstelglorie. In de loop van jaren is er vanuit het aanwezige puin onder de bezielende leiding van Wim Hemker, tuinder van Amstelglorie en kunstenaar, met hulp van medetuinders, de slang gaan groeien en heeft hij vorm gekregen. Na een inzameling van gebruikte tegeltjes is er in mozaïek uitdrukking aan de slang gegeven. Met een knipoog naar Gaudi.

Nr 15 – Peter van den Akker (1949 – 2024)

Op het veldje bij de Eksterlaan, ter hoogte van de parkeerplaats, staat het beeld Rond en hoekig van Peter van den Akker. Het werk bestaat uit vier panelen van cortenstaal, die met scharnieren aan elkaar verbonden zijn. Over het werk zegt de kunstenaar: ‘Dit beeld bestaat uit sierlijke ronde en harde hoekige vormen. De vrouw staat voor schoonheid en liefde. De vaasvorm voor geschiedenis en vaasschilderkunst, bladmotieven voor natuur. De man voor kracht en techniek en het gebouw voor de verstedelijking’. 

Nr. 16 – Janneke Boon (1951 – 2018)

Op de hoek van Elzenlaan bij het parkeerterrein is het beeld van Janneke Boon, Metamorfose (marmer) te zien.

Janneke heeft als beeldhouwer een geweldige productie nagelaten. Het ene beeld was nog niet af, of het volgende idee bood zich aan. Een uitspraak van haar was: ‘Mijn kracht en mijn zachtheid kan ik vertalen in steen’. In het beeld Metamorfose komt die tegenstelling tot uitdrukking in het ruwe van het marmer en de uitwerking van de gepolijste vlindercocon. Voor Janneke was het beeldhouwen een feest dat ze graag op anderen overbracht:  ‘Je handen weten eerder en beter wat je wilt maken dan je hoofd, vertrouw hierop’. Op de Elzenlaan staat het beeld in een perk van vlinderplanten.

Nr. 17 – Rob Schreefel 

 

De sculptuur genaamd Vortex maakte deel uit van een gedenkteken. Een vortex, of draaikolk,
symboliseert beweging, en in dit geval dient het als een metafoor voor het voortdurende leven,
waarbij herinneringen voor altijd levendig blijven.
Het beeld is van graniet en de sokkel is van hardsteen.

De Amsterdamse kunstenaar Rob Schreefel is in 1977 afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie
met als specialisatie beeldhouwen. In zijn professionele loopbaan heeft Rob voornamelijk gewerkt
met hardere steensoorten tot aan graniet toe. Rob heeft onder meer naam gemaakt als
landschapskunstenaar, zijn monumentale werken hebben dan ook vaak een robuuste
uitstraling. Enkele voorbeelden van zijn werk zijn het TT-monument aan de A28 bij het circuit van
Assen en het kunstwerk De Baak in Lutjegast van 10 grote zwerfkeien, samen bijna 40 ton zwaar en
zo’n 6,5 meter hoog.

Rob zijn streven is om de fysieke ervaring net zo belangrijk te maken als het visuele aspect. Een
geslaagde creatie zou niet alleen visueel aantrekkelijk moeten zijn, maar ook een tastbare dimensie
moeten bieden, een lichamelijke beleving. De schaal en verhoudingen spelen hierbij uiteraard een
cruciale rol, evenals de uitdaging om niet alleen naar het kunstwerk te kijken, maar er ook
daadwerkelijk doorheen te kunnen gaan. De afgelopen jaren heeft hij gemerkt dat puur ruimtelijk
werk, dat slechts bekeken kan worden, hem niet langer voldoende prikkelt.
Lees meer over Rob en zijn werk