Goudgele dotterbloemen groeien weer overal langs de oever van de Amstel en langs andere waterkanten in de stad. De hoofdstad is weer aardig ‘gedotterd’ dankzij Josie Dubbeldam, bedenker van het project.
Josie begon in 2009 dotters te kweken op Amstelglorie. De Werk en beplantingscommissie maakte ruimte vrij op de kweektuin en er ontstond een dotter-kraamkamer. Al snel daarna kleurden de slootkanten op Amstelglorie vrolijk geel in het voorjaar. De knalgele bloemen, die zo mooi weerspiegelen in het water, doen je de winter snel vergeten.
Historie vol dotterbloemen
Dat vrolijke lentegevoel moeten de Amsterdamse kinderen zo’n honderd jaar geleden ook hebben gehad. Boeken uit die tijd verhalen over kinderen die er op uit trekken om dotterbloemen te plukken in de boezemlanden rond de stad. Op weg naar huis probeerden ze de bloemen te slijten aan voorbijgangers of gaven het aan hun moeder. Frederik van Eeden beschrijft zijn liefde voor de dotterbloem:
Violengeur stijgt op uit vochtig mos, een, bronzen gloed verjongt de dorre boomen, en primula’s en dotterbloemen zoomen de groene wei met gouden voorjaarsdos.
In de loop van de vorige eeuw verdween de dotterbloem langzaam. Zoals zo vaak door menselijk ingrijpen. Josie Dubbeldam verklaart dit door de cultivering van oevers: ‘De geleidelijke overgangen tussen water en land verdween. De oevers werden op veel plekken verhoogd’. Toch ziet ze nog genoeg mogelijkheden om de dotterbloem terug te brengen in het landschap. ‘We zetten ze uit langs vijvers in parken en zoeken naar drassige stukjes land.’ Josie raakte geïnspireerd door een opmerking van H.C. Delsman in zijn boek ‘De levende natuur’ uit 1904:
Is ‘t wonder, dat verscheide mijner kennissen: wien ik mijn Dotterbloem liet zien, zich erover verbaasden, dat in Nederland zulke mooie planten in ‘t wild voorkomen? En hoe mooi zouden de vijvers in parken eruit zien, als ze omzoomd werden door Dotterbloemen. Ze zijn zoo uiterst gewillig en bloeien vaak zelfs tweemaal in ‘t jaar.
Dotterbloemen terug in de stad
Inmiddels staan er dotterplanten in het Sarphatipark, langs de Riekerweg in de Riekerpolder, het Baanakkerpark in Amsterdam-Noord, het Westerpark en bij Middenmeer. En zoals gezegd op tuinpark Amstelglorie en langs de Amstel. Ook andere volkstuinparken met hun vele slootjes, hebben belangstelling. De dotters zijn uitgezet in Eigen Hof en Rust en Vreugd. Volgens Josie zijn dotters makkelijke planten. ‘Je ziet snel resultaat van je werk. Een dotterplant die zich goed gesetteld heeft kan wel vijftig jaar meegaan.’ Zolang de mens de boel tenminste niet verstoort. ‘Ze moeten geen bagger over de planten kieperen, daar kunnen ze niet tegen.’
Het zaaischema van Josie:
Ongeveer eind mei zijn de zaden rijp. Dan is het zaak te oogsten. Als de zaaddozen openspringen moet je er snel bij zijn anders spoelen ze bij de eerste de beste regenbui weg. De zaden lijken net eieren in mandjes. Doe ze meteen in een bakje met aarde en houd de grond modderig. Al snel zie je de eerste groene plantjes boven komen. Zet de plantjes over in een grote teil zodra ze verspeenbaar zijn. Houd de planten goed nat tot ze in september uitgezet kunnen worden.
Kom dotterbloemen bekijken op Amstelglorie
Op de proeftuin van Amstelglorie staan weer heel wat bakken met jonge dotters te wachten op uitplaatsing langs de Amstel. Een prachtig plan van Josie om de dotterbloem terug te brengen in Amsterdam. Wil je zien hoe prachtig de dotters bloeien? Kom kijken op Amstelglorie of maak een fietstochtje langs de Amstel.
Tekst: tuinder Rita van Veen