Amstelglorie werd in 1953 officieel opgericht en telde bij de start 364 tuinen. Jan Vroegop, de eerste voorzitter van de Bond van Volkstuinders, was een van de oprichters. Voor veel Amsterdammers lag het nieuwe complex ver van de stad. De Utrechtsebrug moest nog aangelegd worden. De eerste tuinders kwamen met een pontje op bakfietsen de Amstel over om de drassige veengrond en de zware klei te ontginnen. Hun pionierswerk in nog op veel plaatsen terug te zien; een groot deel van het huidige bomenbestand dateert uit deze beginjaren. In 1986 werd een extra stuk grond tussen Amstelglorie en de snelweg in gebruik genomen. Het tuinpark kreeg er zo’n 80 hectare bij en werd daardoor het één na grootste volkstuinencomplex van Amsterdam – alleen Ons Buiten is een fractie groter.
In 1970 kreeg Amstelglorie, net als alle andere volkstuinparken in Amsterdam, een permanente status. Tegenwoordig maakt Amstelglorie deel uit van de hoofdgroenstructuur van de gemeente Amsterdam. Het tuinpark hoort bij het openbare groen van de stad is dan ook vrij toegankelijk, ook voor niet tuinders.