50 jaar bij de WBC!
Wim Hemker, onze ‘vaste tuinman’, zit dit jaar 50 jaar bij de Werk- en Beplantingscommissie van Amstelglorie, oftewel de WBC. Een jubileum in deze lastige tijd… kan dat wel goed gevierd worden? Stilletjes voorbij laten gaan is geen optie! Daarom was er onlangs een viering in klein comité op zijn tuin en zetten we Wim met dit interview graag even in de spotlights.
Wim behoeft voor de meesten van ons geen introductie. Maar voor wie hem niet kent: je hebt hem zeker al eens gezien. Hij is dagelijks aanwezig rondom de kweektuin, doorgaans aan het werk voor de WBC, ringbaardje, bril en een petje op, veelvuldig gesignaleerd op de maaimachine, loopt over van de hovenierskennis, altijd in voor een praatje, en soms op zoek naar zijn sleutels. Voor velen is Wim ‘het gezicht van Amstelglorie’.
All in the Family
In 1953 kregen de ouders van Wim een tuin toegewezen. Net als vele tuinders toen en nu, woonde het gezin in Amsterdam in een klein huis zonder tuin. Wim vertelt: ‘Mijn hart maakte een sprongetje toen ik hoorde dat mijn ouders een tuin hadden gehuurd’. De liefde voor groen zit hem in het bloed.
Eenmaal in de gelegenheid om zelf een tuin te huren toen hij wat ouder was, koos hij voor een tuin in de buurt van zijn ouders. Wim herinnert zich zijn familiejaren op Amstelglorie nog goed: ‘Mijn familie bezette een hele hoek van tuinen met mijn ouders als middelpunt in het huidige Logeerhuis. Daar tegenover zat mijn zus, haar verloofde erachter en haar schoonouders daarnaast. Er was ook nog sprake van een oom die ergens tussenin zat. De relatie van mijn zus ging uit, de schoonfamilie verdween en ons gezin herschikte zich. Ik begon steeds opnieuw en kwam uiteindelijk terecht op mijn huidige tuin, die destijds de droogste van alle tuinen was. Dat werd toen gezien als voordeel.
Niets zo veranderlijk als een tuin
‘Net als velen in die tijd kweekte ik in mijn beginjaren veel groenten en
aardappelen. Ook heb ik ooit een fruitbomen-periode gehad, ik had er wel 20 in
mijn tuin’, vertelt Wim. ‘Zoveel fruitbomen is een tijdje leuk, maar ik zat met
tientallen kisten fruit waar ik geen raad mee wist. Gaandeweg heb ik de
fruitbomen daarom ook weer van de hand gedaan. Ook heb ik een Karel Appel in
mijn tuin gehad, in de vorm van een beschilderde boomstronk. Het Museum
Willet-Holthuysen, waarvan ik de tuin onderhield, wilde ‘m kwijt. Het ding
verging langzamerhand en er kwam een berk op uit de kunstwerk-resten. Zo was ik
dan toch de bezitter van een berk die uit een Appel groeit!’
‘Nu heb ik een siertuin, maar ik zou het zeker geen visitekaartje noemen. Aan mijn eigen tuin besteed ik dan ook minder tijd dan aan het groen van Amstelglorie, verhoudingsgewijs is het ongeveer 20% – 80%.’
Waarom bij de WBC?
Zeventien was Wim toen hij op Amstelglorie kwam en zeventien jaar later
voegde hij zich bij de WBC. Wim kreeg een baan bij een hoveniersbedrijf. ‘Van
de baas moest ik maar “een cursussie” gaan volgen. Dat werd een 7-jarige
hoveniersopleiding aan de avondschool. Ja, mijn sterrenbeeld is stier, ik ben
een echte doorzetter!’. Zo rolde Wim de WBC binnen: ‘Ik kon mijn kennis in de praktijk
brengen op Amstelglorie. En anderen vroegen me van alles, omdat ik de
hoveniersopleiding deed. Op dat moment was ik de enige die iets meer kennis van
tuinieren had. In het land der blinden, hè?’
Coronatijd: geen tuindiensten en een aangepast
jubileumfeestje
Over de verplichte aanpassingen rondom zijn jubileum, zegt Wim. ‘Een jubileum
in kleine kring past eigenlijk wel bij mij. Ik ben niet iemand van grote
groepen. Verder is er voor mij eigenlijk nauwelijks iets veranderd. Elke dag
moet er iets gedaan worden. Dat blijft zo. Het gras groeit door. Er zijn nu
geen tuindiensten, maar we maaien wél. Al die WBC-vrijwilligers die doorgaans actief
zijn, zijn dat ook in deze periode. Daarmee blijft het grote beeld van
Amstelglorie hetzelfde. Misschien dat de paden vergroenen, maar dat accepteren
we. Het is ook wel spannend: we hebben nog nooit een echt groen pad gehad hier.
Mijn plezier in het werk is nog even groot. En mijn vriendin Ada en ik zijn
juist nu heel erg blij met onze tuin.’
Vrijwilligerswerk
Ach, het is zó leuk om te doen!, roept Wim uit. ‘Ik zou tuinders willen
oproepen om het ook te proberen. Maar het is weinig mensen gegeven om dingen
lekker voor het plezier te doen. Eigenlijk hoor ik bij een groepje gestoorden.
Ooit vertelde een vrouw aan me dat ze dacht dat ik in loondienst was van
Amstelglorie. “Ze mogen u wel bedanken”, zei ze. “Ik doe het voor mijn plezier”,
antwoordde ik.
Geniet van elke dag
‘Mijn advies aan alle tuinders? Geniet van elke dag, als het mag!’
Over een advies aan zichzelf denkt Wim iets langer na: ‘Het is moeilijk, maar toch: minder tijd besteden aan Amstelglorie, meer tijd aan tekenen en schilderen en mijn eigen tuin. Ik vind dat wel lastig, omdat er altijd wel iets te doen is voor Amstelglorie. Daarom blijf ik vaak hangen bij de WBC. Maar ik ben ook graag creatief bezig. Ik heb 25 jaar teken- en schilderles gegeven op Amstelglorie. Heel erg leuk om te doen! Als het weer kan, wil ik met een paar mensen op het terrein gaan schilderen. Daar kijk ik wel naar uit!’
WIM & AMSTELGLORIE DOOR DE JAREN HEEN
Welke veranderingen in het groenbeheer van de WBC heb je voorbij zien komen?
‘Amstelglorie gaat eigenlijk mee in de trends die je ook in de stad kunt zien. Vroeger werden vele hoeken opgesierd met éénjarige perkplanten en aan al onze 14 bruggen hingen bloembakken. Al dat zomergoed werd op onze eigen kweektuin opgekweekt. Nu zie je in de stad steeds meer vaste planten in de perken, soorten die langdurig bloeien. Begonia’s raakten uit de mode, ten gunste van meer inheemse planten. Amstelglorie heeft die ontwikkeling gevolgd. In de stad zie je nu weer een volgende trend: veel soorten siergras. Die zijn onderhoudsvriendelijker: ze blijven jaren goed en je hoeft ze niet te snoeien. Maar dat past niet bij ons.’
Kun je iets vertellen over de koerswijziging naar
natuurlijk tuinieren?
‘De overgang naar natuurvriendelijk tuinieren heeft op Amstelglorie voor een
behoorlijke revolutie gezorgd, die gepaard ging met spanningen. Er waren destijds
fervente tegenstanders; ze vonden het te rommelig. Nu is het voor het merendeel
van de tuinders heel gewoon. Bij de WBC hebben we destijds naar een harmonieuze
overgang gezocht door als regel te stellen dat de heggen en paden strak
bijgehouden moeten worden, zodat de eerste aanblik netjes is. Zo konden we op
bepaalde plekken wel beginnen met natuurlijk tuinieren. Gaandeweg is er acceptatie
ontstaan. En nu zijn er diverse mooie projecten en is de keuze voor natuurlijk
tuinieren een onderwerp van gesprek.’
Hoe ervaar je het verenigingsleven in vergelijking met vroeger?
‘Het intensievere verenigingsleven van vroeger paste in die tijd. De omstandigheden
waren anders: mensen zaten op halve woningen en de inkomens waren beperkter. De
tuin was ’s zomers het hoofdverblijf van veel stedelingen. Door de krappe
beurzen werkten tuinders veel samen. Ook was er geen geld om op vakantie te
gaan, dus werd er van alles
georganiseerd binnen de vereniging. Elke week werd er gevoetbald door het
Amstelglorie-team en regelmatig speelden we tegen teams van andere tuinparken.’
‘Van het weinige dat je overhield van je maandsalaris, kocht je een paar balken om weer een stukje huis te kunnen bouwen. Jarenlang hoorde je altijd getimmer op de tuin. Sloophout werd aangevoerd, van spijkers ontdaan, en opnieuw gebruikt. Er is een heel huisje op Amstelglorie opgetrokken uit schoolborden. Weer een ander werd gebouwd met sinaasappelkistjes. Daken werden aangelegd met veel te dunne balken, want men gebruikte wat er maar aan hout voorhanden was. Ook was er iemand die zijn huisje timmerde van Ford-kisten. Die auto’s werden aangevoerd in grote kisten. Voor 70 euro per stuk kocht je zo’n kist en voor 3 kisten had je een huisje.’
‘We zijn met z’n allen rijker en de mogelijkheden zijn groter. En we willen nog meer en nog verder… Amstelglorie is nu een tweede verblijf voor de meesten. Computerspelletjes zijn soms interessanter dan een gezelschapsspel of het speelveld. Kortom: de noodzaak voor een verenigingsleven zoals dat er vroeger was, is kleiner geworden. Maar het is wel erg leuk dat er toch van alles georganiseerd wordt’.
KOM JE WIM TEGEN?
Schroom niet om hem even te feliciteren met zijn 50 jarige jubileum!
Ada, vriendin van Wim:
Wim is een lieve zorgzame man die voor iedereen klaar staat, niet alleen op de tuin maar ook daarbuiten. Hij heeft een brede belangstelling en vele ideeën over van alles. Geef je hem advies dan doet hij het toch op zijn manier. Hij is best eigenwijs.
Adriaen, oud-voorzitter Amstelglorie:
Wim Hemker is een monument op Amstelglorie. Ongeveer 20 jaar geleden werd ik voorzitter. De meeste leden vonden dat Wim de eigenlijke voorzitter was, omdat hij bepaalde wat er moest gebeuren. Niet zo gek omdat hij van de hoed en rand kennis had van Amstelglorie. Het was zijn park, tegenspraak kon hij moeilijk aanvaarden.
Nu Wim ouder is geworden en daarmee rustiger, geen voorzitter meer is van de WBC, legt hij zich gemakkelijker neer bij andere opvattingen. Hij is hulpvaardig naar tuinders, bijvoorbeeld met spullen naar de tuin brengen op de trekker, te spitten, of advies te geven over beplanting, enzovoorts.
Tijdens onze tijd als voorzitters – ik van Amstelglorie, Wim van de WBC – ontstonden nogal eens conflictjes tussen WBC-leden onderling. Die leden kwamen dan rechtstreeks naar mij. Soms ging ik akkoord met een initiatief, waarna Wim in de commissievergadering op de hoogte werd gesteld. De omgekeerde weg dus. Wim zelf zei steevast tijdens de commissievergadering dat alles ‘z’n gangetje ging’, en dan was het op naar de borrel.
Soms werd Wim kwaad op mij en ging dan tijdens de borrel na afloop van deze bijeenkomsten flink te keer. Maar dit werd altijd bijgelegd. De verhoudingen bleven goed. Er ontstond een wederzijds respect en uiteindelijk werden de zaken altijd in goede harmonie uitgevoerd.