Nieuwsbrief
Natuurlijk Tuinieren
Over tuinen en tuinieren lezen is natuurlijk leuk, maar nog leuker is het voor een kind om zelf aan de slag te gaan met een eigen project. Zo’n project moet overzichtelijk zijn, snel resultaat opleveren en natuurlijk zonder gevaar voor lijf en leden uitgevoerd kunnen worden.
|
|
Tuingenot
bestaat niet alleen uit plantjes zaaien en oogsten. Het zichtbare en
onzichtbare dierenleven in de tuin maakt er evenzeer onderdeel van
uit. Vogels die rondscharrelen tussen de blaadjes, besjes eten uit de
struiken of peuzelen van een vetbol zijn hartstikke leuk om naar te
kijken. Waar komen die vogels vandaan? Hoe heten ze en wat eten ze? Je
kunt van alles fantaseren en bedenken over dat winterkoninkje of dat
roodborstje terwijl hij in de tuin zijn slag slaat. Als er wat te eten
is in de tuin, zullen de vogels eerder komen. Een vetbol
is zo gemaakt, maar het is wel een klusje dat onder begeleiding van
een volwassene moet gebeuren. Een eenvoudig ‘recept’ staat in de
geheel vernieuwde AVVN-uitgave ‘Natuurlijk
Tuinieren’. Dit boekje is voor slechts € 3,95
(vriendenprijs) te bestellen via de website: www.avvn.nl.
|
|
Een
heel originele vogelversnapering is een ‘vettaartje’.
Neem hiervoor een puddingvormpje of een kleine tulband- of cakevorm.
Smelt vet in een pannetje en houd een bakje met gemengde zaden en pitten
paraat. Het leukste is het natuurlijk als zaden uit eigen tuin gebruikt
kunnen worden: zonnebloemzaden, pompoenpitten, maar zaden, pitten of
noten (ongezouten!) uit de winkel kunnen vanzelfsprekend ook. Giet om en
om een laagje vet en een laagje zaden in de vorm en laat het geheel
stollen. Als het taartje moeilijk uit de vorm te krijgen is kan het even
ondergedompeld worden in heet water. Het buitenste vetlaagje smelt dan
en het taartje laat los uit de vorm. Plaats het taartje op een
voederplank of tuintafel en versier het eventueel nog met stukjes appel,
bottels en pelpinda’s. Het maakt eigenlijk niet uit wat als versiering
wordt gebruikt, als het maar geschikt is als voer voor vogels. |
|
Tegen
het eind van de winter, vanaf half februari, kunnen binnen de eerste
zaaipogingen worden ondernomen met Lathyrus.
Handige tips zijn te vinden op de website van de Nederlandse
Lathyrusvereniging: www.lathyrus-vereniging.nl
>.
Voor de moestuin kan gedacht worden aan doperwten, peulen of tuinbonen.
Het voordeel van deze planten is dat ze geen behoefte hebben aan hoge
temperaturen en dus niet oneindig lang in leven gehouden moeten worden
op de (altijd te donkere) vensterbank. De jonge plantjes kunnen al snel
naar buiten verhuizen (koude bak, tunneltje). Wat
later in het jaar wordt de keus veel groter: Oost-Indische
kers, goudsbloemen, zonnebloemen, courgettes, pompoenen en
sperzieboontjes zijn allemaal heel geschikt voor
kinderhandjes en kindertuintjes
|