WAT IS EEN P L A N T   ?

Er zijn zóveel soorten planten. Sommigen houden van natte grond andere staan liever wat droger. De ene soort wil in de zon en de andere soort verkiest de schaduw of halfschaduw. Is de grond arm of juist heel voedselrijk? Wanneer je planten voor je tuin uitkiest moet je met al deze factoren rekeninghouden. Kijk daarom eerst eens rustig rond op je tuin voordat je tot aanschaf overgaat. Wat is de beste plek? Bomen en heesters geven diepte en structuur aan de tuin. De vaste planten zorgen voor rustpunten en de 1-2 jarigen zorgen voor de variatie.

De WBC krijgt veel vragen over planten, daarom een bulletin met wat basiskennis over planten.

 

Eén- en tweejarige

1)   Een eenjarige plant is een plant die je zaait in het voorjaar. Bloeit in de zomer, schiet zaad in de herfst en sterft af in de winter. Het jaar erna begint de cyclus opnieuw. Eenjarigen zijn ook plantjes die veel verkocht worden in tuincentra: voor in de borders, potten of hanging baskets: afrikaantjes, goudsbloemen, fuchsia. Ze overleven niet bij nachtvorst, daarom kunnen ze pas in de grond (of in een pot) na IJsheiligen. Dat is in de regel begin mei.

Tweejarigen zaai je in de zomer of in het najaar. Pas het jaar erop gaat de plant bloeien en sterft dan in de winter af. Dit zijn bijvoorbeeld stokrozen, violen, damastbloem, vingerhoedskruid , artisjok en engelwortel.

2)     Vaste planten

Vaste planten leven langer dan drie jaar (de levensduur verschilt per plant). Ze worden elk jaar groter. Om de plant te vermeerderen of te verjongen kun je deze scheuren. Dat wil zeggen: opdelen van de plant in verschillende stukken. De beste tijd hiervoor is in het voorjaar en moet voor half mei gebeuren. Het kan ook in het najaar, maar de plant herstelt dan moeilijker en scheuren is dan meestal minder succesvol. Verplaatsen van de plant kan tot 1 juni. Zodra de plant bloeit kun je deze niet meer verplaatsen.
Hosta’s, distels, annemonen, monnikskap, akelei en adderwortel zijn hier voorbeelden van. Adderwortel is een plant die het op Amstelglorie heel goed doet. Als je teveel plantenpollen overhoudt na het scheuren, kun je je buren op de tuin blij maken. Maar wel na overleg.

3)     Heesters/Struiken

Dit zijn houtige vaste planten met een bossige groei (meer dan één stam/stengel uit de grond). Er zijn bladhoudende en bladverliezende varianten. Vroegbloeiers zijn bijvoorbeeld forsytia en keria, laurierkers. Laatbloeiers zijn de viburnum soorten, boerenjasmijn, prunus en hortensia. Alle varianten van de viburnum en hortensia doen het uitstekend op Amstelglorie omdat ze van natte grond houden.
Heesters/struiken plant je het best in het voorjaar of najaar. Als je ze wil verplaatsen dan kan dat het best in de winter gebeuren. Planten die in een pot staan kun je het hele jaar door in de volle grond zetten.
Als mest vuistregel kun je stellen dat 1x per jaar koemest in het voorjaar en 1x per jaar compost in het najaar voldoende moet zijn.


4)     Bomen

Deze komen met een stam uit de grond en worden over het algemeen hoger dan heesters. De beste tijd om een boom te planten is oktober/november. Dat is ook vaak de beste tijd om te snoeien. Hoge bomen zijn beuk, eik en berk. Wat lager zijn de fruitbomen. Zie voor meer informatie het bomenbulletin van mei 2008.