Factsheet invasieve exoot
Grensoverschrijdende lastposten - Nieuws
Japanse duizendknoop
Wetenschappelijke naam: Fallopia japonica
Zwarte lijst: I100, D100, BFIS, STOWA, NLSR
Korte omschrijving:
De Japanse duizendknoop is 1-3 meter hoge, overblijvende plant met dikke (meer dan 1 cm dik), kruipende wortelstokken. De holle, rechtopstaande stengels, zijn roodbruin gevlekt en sterven tegen de winter af. De bladeren zijn eirond met een rechtafgeknotte bladvoet, 10-15 cm lang, enigszins leerachtig en van onderen kaal. De bloemen zijn geplaatst in een okselstandige pluim De bloemen bestaan uit een bloemdek van (4-) 5 witte bloemdekblaadjes waarvan de buitenste drie gekield zijn.
Japanse duizendknoop is een variabele soort die in verschillende vormen voorkomt. De vorm die in Nederland algemeen verwilderd is Fallopia japonica var. japonica. Dit is een plant waarvan buiten Japan alleen planten met functioneel vrouwelijke bloemen (met steriele meeldraden) worden aangetroffen.
Als tuinplant is ook Fallopia japonica var. compacta in de handel. Dit is een plant, waarvan zowel functioneel mannelijke als vrouwelijke planten bekend zijn. Fallopia japonica var. compacta verschilt van var. japonica door de geringere afmetingen (slechts 30-70 cm hoog), bladeren die even lang als breed zijn, een gegolfde bladrand en een roodachtig bruin bloemdek.
Japanse duizendknoop lijkt op enkele andere exoten: op de Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en op de kruising tussen Japanse duizendknoop en Sachalinse duizendknoop de Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica)
In Europa en de VS bestaat de overgrote meerderheid van de Japanse duizendknopen, zo niet alle, uit functioneel vrouwelijke planten. In Engeland komt voor zover bekend maar één vrouwelijke kloon voor. In Europa en in Noord-Amerika komen naast deze zelfde kloon mogelijk nog andere voor. De verspreiding van de soort vindt dan ook in hoofdzaak langs vegetatieve weg plaats. Als de plant zaad zet komt dat in bijna alle gevallen door bestuiving met pollen door verwante soorten. In Nederland zijn recent mannelijke planten van Japanse duizendknoop gevonden, die goed uitziend stuifmeel produceren. Deze planten bleken een kruisingsprodukt te zijn tussen de twee variëteiten van Japanse duizendknoop var. japonica en var. compacta.
Wortelfragmenten van enkele grammen kunnen al uitgroeien tot nieuwe planten. De plant kan verspreid worden door transporten van grond waarin wortelfragmenten aanwezig zijn. Japanse duizendknoop werd aanvankelijk als sierplant gekweekt. Het dumpen van tuinafval zal in hoge mate hebben bijgedragen aan de verspreiding van de plant. Behalve wortelfragmenten kunnen ook stengeldelen uitgroeien tot nieuwe planten. De holle stengels kunnen door stromend water worden verspreid.
Oorspronkelijk gebied: Oost-Azië
Invoerroute:
Japanse duizendknoop is tussen 1829 en 1841 uit Japan ingevoerd door Von Siebold. De door hem uit Japan ingevoerde planten werden gekweekt in een kwekerij ('Jardin d'Acclimation') aan de Lage Rijndijk in Leiden. In 1848 wordt de soort, onder de naam Polygonum sieboldii, voor het eerst in de catalogus van de kwekerij genoemd. Deze kwekerij is de meest waarschijnlijke bron van de meeste, zo niet alle, Europese Fallopia japonica var. japonica. In 1850 is er vanuit de kwekerij materiaal naar Kew Gardens verstuurd en vandaar is de plant verder over Engeland en naar alle waarschijnlijkheid ook naar de Verenigde Staten verspreid. Aan de Lage Rijndijk te Leiden schijnen de oorspronkelijke exemplaren nog tot op de dag van vandaag in een tuin voort te leven.
Eerste waarneming: Japanse duizendknoop is in 1886 in Nederland voor het eerst verwilderd aangetroffen in de omgeving van Baarn (Eembrugge). Pas na 1950 is de soort op grote schaal gaan verwilderen.
Waarnemingen in Nederland:
Schadelijke effecten:
Op de plaatsen waar Japanse duizendknoop verschijnt breidt zij zich zeer sterk vegetatief uit. Door het vroege uitlopen, de snelle lengtegroei en de vorming van een nagenoeg gesloten bladerdek wordt de overige vegetatie geheel overgroeid en op den duur verdrongen.
Ook blijkt dat zowel het aantal soorten ongewervelde dieren als de totale biomassa aan ongewervelden lager is in door Japanse duizendknoop gedomineerde vegetaties dan in de oorspronkelijke vegetaties op dezelfde standplaatsen.
Soort kan daarmee plaatselijk grote invloed hebben op het ecosysteem.
Vooral als Japanse duizendknoop weet binnen te dringen in natuurlijke biotopen zo als beek- en rivieroevers heeft dit een nadelig effect op de biodiversiteit.
Door het ontbreken van wortels in de bovenste bodemlagen ondermijnt de plant de stabiliteit van de oevers van watergangen.
Wat doet overheid aan preventie en bestrijding:
Niets