Verslag lezing Romke van de Kaa

Het was warm in het clubhuis, dus in de pauze gingen een aantal mensen een ijsje kopen bij Anita om af te koelen. Desondanks was de opkomst groot bij de lezing van Romke van de Kaa over de Onderwereld van de Tuin. Men luisterde aandachtig naar wat hij te vertellen had over het rijke ondergrondse leven. Het is niet The Survival of the Fittest (overigens niet iets dat Darwins ooit heeft gezegd, maar heel iemand anders), maar The Survival of the Most Cooperative. Samenwerking is dus het devies. Tussen schimmels en planten en bacteriën en aaltjes en alles wat er nog meer leeft. Van bacteriën en eencellige organismen tot wormen en mollen. Zowel vegetariërs als carnivoren. Sommige kortlevende planten zoals spinazie en boerenkool kunnen het zonder schimmels stellen, maar een boom van 100 jaar heeft veel hulp nodig gehad om zo oud te kunnen worden. Het gaat hierbij natuurlijk om een uitwisseling van voedingsstoffen. En dat in een grond die voor de helft uit lucht bestaat, ook al voelt het allemaal zeer solide aan. In de wat meer vochtige grond leeft onder andere het beerdiertje, een tot de verbeelding sprekende minuscule meercellig dier. Google hem maar even. Of eigenlijk: haar, want er zijn (nog) geen mannelijke beerdiertjes gevonden. Het is bij deze diertjes de vraag of ze ooit dood gaan. Als de omstandigheden slecht zijn, dan zakken ze helemaal in elkaar, maar zodra de omstandigheden weer goed zijn, pompen ze zich weer op en gaan verder met leven en leggen de mooiste eieren. De wetenschap is natuurlijk zeer geïnteresseerd in dit schijnbaar eeuwige leven. Ondertussen kunnen we het beerdiertje gewoon met een vergrootglas zien, dus we gaan op onze buik op de vochtige slootkant liggen en graven even wat grond omhoog.